Op de bijzondere Algemene Ledenvergadering van de LP op 9 september gebeurde er iets bijzonders. Simone Pailer, de enige vrouw op de LP-kieslijst, legde tijdens de vergadering haar vinger op een uiterst belangrijk punt in het Libertarisme: ons verhaal over de positie van zwakken in de samenleving. Zijn libertariërs harteloze kapitalisten? Of is het misschien juist omgekeerd? Is Libertarisme niet een uitstekend tegengif tegen onpersoonlijke, door onteigeningswetten afgedwongen “sociale” zekerheid?
Als je de draad verliest in dit artikel, je het te lang of te langdradig vindt dan moet je nog even wachten op de publicatie van het verkiezingsstandpunt van de Libertaire Partij: “De zorgzame samenleving”. Het wordt op dit moment professioneel geredigeerd en zal binnenkort op de website staan. Kernpunt is:
“Wij willen een samenleving waar men elkaar helpt, in plaats van een waar je zogenaamd wordt geholpen door regels, protocollen, subsidies en toeslagen.”
In dit artikel vind je behalve het pleidooi om de overheid eruit te houden enkele suggesties hoe dat dan kan, zonder dat je de “sociale verworvenheden” opgeeft. In tegendeel, we beseffen dat die opnieuw moeten worden verworven, omdat de verzorgingsstaat niet meer werkt.
De overheid als beschermer tegen gebrek en angst.
In reactie op de ellende van de “Great Depression” in 1933 begon Franklin Delano Roosevelt, president van de Verenigde Staten van Amerika, met een veelomvattend programma, de “New Deal”, dat enorme invloed heeft gehad op de politieke ontwikkeling wereldwijd. Dit programma omvatte economische hervormingen, regulering van de arbeidsmarkt en voerde in de VS de rol van de overheid in, bij het bestrijden van (extreme) armoede. In 1935 werd de “Social Security Act” ingevoerd, die een “old-age program”, een werkloosheidsverzekering en een programma voor hulp aan behoeftige kinderen bevatte.
Roosevelt’s New Deal werd allesbehalve enthousiast ontvangen. Voor- en tegenstanders, en die vond je bij beide partijen, streden om de meerderheid in de besluitvorming.
In 1941, nog vóór de Japanse aanval op Pearl Harbor die de VS in de Tweede Wereldoorlog zouden betrekken, hield FD Roosevelt een beroemd geworden speech, waarin hij de vier constitutionele vrijheden van 1791 opnieuw definieerde. Naast “Freedom of expression” (vrijheid van meningsuiting) en “Freedom of religion” (vrijheid van religie) voerde hij twee nieuwe vrijheidsbegrippen in: “Freedom FROM want” (bevrijding van gebrek(kigheid)) en “Freedom FROM fear” (bevrijding van angst). Je moet al goed Engels kunnen om het onderscheid te zien tussen “Freedom OF” en “freedom FROM”. Deze “vrijheden”, let wel, er zijn in feite twee “bevrijdingen” bijgekomen, zouden de kernwaarden worden die de VS in de hele wereld zou gaan bevorderen. De bevrijding, bescherming, werd een taak van de republiek, de Bevrijder van angst en gebrek.
De rest van het verhaal is bekend. Alle door de VS van het nazisme bevrijde staten in Europa kregen een bestuur naar Amerika’s (Roosevelt’s) model, waarin de overheid verantwoordelijk werd voor het bestrijden van armoe en angst voor iedereen en zonder onderscheid. De onzekerheid werd uitgebannen en de “sociale zekerheid” werd geboren.
In Nederland loodste de sociaaldemocraat Willem Drees in 1947 de Noodwet Ouderdomsvoorziening door het parlement, een belangrijk element van de nationalisatie van de sociale zekerheid. Het was het begin van het verdwijnen van de voorzieningen van de verschillende levensbeschouwelijke zuilen. De wat onzekere Goddelijke Voorzienigheid werd overbodig. Met als voornaamste aanjager: het machtige geweld van de US-Amerikaanse cultuur: van haar grip op communicatiemiddelen en publiciteit. Wereldwijd: de Verenigde Naties kregen de opdracht mee om deze “kernwaarden” van een democratische rechtsstaat te verspreiden. De idee dat de overheid tegen armoe en gebrek moet beschermen, beïnvloedden vervolgens de charta van de Rechten van de Mens en werden overgenomen in de supra-staatsfilosofie van de Europese Unie.
Het sleepnet van de sociale zekerheid.
Nu, anno 2023, pleiten de Libertaire Partijen wereldwijd om de sociale zekerheid weer van de overheid af te nemen. Naar buiten toe is dat moeilijk te verkopen wanneer je er niet duidelijk bij vertelt wat dan wel de libertaire visie is op “sociale” zekerheid waarbij de overheid geen rol meer speelt.
Er zijn voor de uitschakeling van de “staatsvoorzienigheid” enkele negatieve argumenten te noemen. Bij voorbeeld:
- De sociale zekerheid die de overheid biedt heeft een uitvoerende bestuurslaag doen ontstaan, zodat slechts een gedeelte van de middelen bij degenen terecht komt die het echt nodig hebben.
- Het systeem van regels en “rechten” is gevoelig voor fraude en parasieten
- Het systeem wordt door demografische ontwikkelingen onhoudbaar en te duur
- De overheid gebruikt dwang (verplichte betalingen, hoepels waardoor ontvangers moeten springen).
- Het sociale “veiligheidsnet” is een sleepnet geworden waarmee zoveel mogelijk mensen worden gevangen in een systeem waaraan bijna niet meer te ontsnappen valt.
Libertaire positieve argumenten.
Het elkaar aanbieden van veiligheid en zekerheid is een oer-menselijke “kit” tussen mensen. Het berust op individuele keuzes. Het is de kern van de samenhang van een (micro)samenleving en begint bijvoorbeeld met de relatie tussen twee mensen, bijvoorbeeld tussen man en vrouw of die van het kind met de ouders. De “sociale” zekerheid, letterlijk de “broederlijke” zekerheid: de gewisheid dat je op elkaar kunt tellen “omdat” je in gezins-, familie- en buurtverband opgroeit. Dat werkt niet altijd. Ruzies en uitstotingen komen altijd voor. Het verhaal van Kain en Abel staat niet voor niets in het oudste deel van Ons thema is: wie zorgt er voor de uitgestotenen?
De zekerheid die een uitgestotene heeft is het eigen intellect en de eigen vaardigheden, in het bijzonder de vaardigheid om goede relaties met medemensen aan te gaan en samen te werken. Je kunt dat terugvoeren op de principes van zelfbestemming en non-agressie. Als je uitgestoten bent heb je geen “recht” meer op toegang. Als de toegang tot een restaurant vanwege een ontbrekende QR-code geweigerd wordt, dan kun je voor jezelf koken, of nog beter een vriendenkring opbouwen die voor elkaar kookt. Elkaar onderling helpen. De bedelaars in Parijs in de tijd van Victor Hugo organiseerden zich ook en het is het vermogen om zich te organiseren dat zorgt voor het overleven van de mensheid.
Libertariërs argumenteren, dat de “zekerheid” die de overheid biedt de samenleving ontmenselijkt. De onderlinge hulp verdwijnt namelijk. De vrije keuze om een ander op te nemen, om een ander mens die dat nodig heeft te helpen, te beschermen en te voeden, vervalt. Dat is gedelegeerd aan een onpersoonlijke “overheid”. Omdat we in geval van nood daardoor niet meer op elkaar hoeven te rekenen zijn goede relaties met onze buren, onze familieleden niet meer onmisbaar. De “zekerheid” die de overheid (de bevolking van het hele land) verleent bevrijdt ons van de noodzaak om relatieve zekerheid in andere organisaties te zoeken. Het bevrijdt ons ook van de pressie om jezelf te kunnen helpen en welvarend te worden. Welvaart wordt al gauw iets dat niet opgepot hoeft te worden voor slechtere tijden, dus je kunt het gerust omzetten in vakanties en wind door je haar. Je kunt in zo’n samenleving ook gerust asociaal worden.
Dat is volgens mij het belangrijkste argument tegen een genationaliseerde “sociale” zekerheid.
Hoe werkt een Libertarisch sociaal vangnet in de praktijk?
Allereerst is er het libertaire argument om de schaal te verkleinen waarop “sociale” bescherming aan zwakken, uitgestotenen en ontheemden gegeven wordt. Het “zorgen voor” is een persoonlijk engagement. Het kost je iets, en geeft het vrijwillig uit, vanwege welke motivatie dan ook. Al gauw zul je iets op grotere schaal organiseren, meer mensen erbij betrekken. Maar om dat dan op nationale of supranationale schaal te doen, met z’n 17 of 400 miljoenen, of zelfs de “globale solidariteit” met 7 miljard mensen tegelijk te doen, dan creëer je organisaties van monsterlijke proporties.
Misschien is het interessant om te weten dat “sociale gevallen” in Zwitserland, de “Ausgesteuerten”, voor “overheidshulp” een beroep kunnen/moeten doen op hun “Heimatort” (de“thuisgemeente”). Het principe is dat degenen opkomen voor “hun eigen” probleemgevallen en op hun eigen manier iets aan de ellende doen.
De dialoog met socialisten – en dan liefst met echte en eerlijke socialisten – over sociale zekerheid is niet dat Libertariërs sociale zekerheid willen afschaffen, maar dat ze die taak niet aan een of andere overheid willen overlaten. Ze willen er zelf deel aan hebben. Hoe dan wel? Nou, zoveel hoofden, zoveel zinnen. Overal en altijd een beetje anders natuurlijk. Pluriform, decentraal, misschien met stichtingen, verenigingen, onderlinge verzekeringen. Met een libertaire mindset leer je om voor je eigen zekerheid te zorgen. Het vermogen om samen met anderen iets te organiseren, om welvaart te scheppen en je te verdedigen tegen gebrek en angst is het belangrijkste middel om voor degenen te kunnen zorgen die aan je zijn toevertrouwd, en over die je je ontfermt. Die dat zelf niet (meer) kunnen, omdat ze gebrekkig zijn, of oud, of zonder bronnen van inkomsten. Gewoon, omdat je van ze houdt.
Een eerste politieke stap is om het zelfbestemmingsrecht in te vorderen van de overheid. Eigenlijk is dwang om aan de verzorgingsstaat mee te doen ongrondwettelijk. Ieders recht op “Opting-Out” ligt besloten in de vrijheid van vereniging. Je hebt het recht je verenigen maar ook om dat te doen. Lidmaatschap is niet verplicht. Het recht op opting-out uit collectieve voorzieningen is dus voor ons een principiële kwestie.
Denk je dat dat onrealistisch is? Denk eens aan ZZP-ers? Of aan gemoedsbezwaarden? Natuurlijk mag dat. Natuurlijk kun je je eigen broodfonds opzetten. De weerstand ertegen zit in je eigen hoofd. De nota bene neomarxistische socioloog Erich Fromm heeft over die psychische weerstand al zeer verhelderend geschreven in zijn boek “De angst voor vrijheid”. Spring je af van de supertanker die tegen de wal gaat crashen, dan kun je een reddingsboot nemen. En die moet je meestal zelf aandrijven.
Enkele Libertaire stemmen over sociale zekerheid:
Milton Friedman:
“Responsibility to the poor”
Thomas Sowell:
“The future of social security” (2013):
“Social justice fallacies” (September 2023):